De staat van Nederland: energietransitie

Bureaublog

Tijdens de bijeenkomst De Staat van Nederland werd me een ding duidelijk, er staat ons een grote opgave te wachten in de nabije toekomst: de energietransitie. De Staat van Nederland is een is een kennissymposium georganiseerd door het Expertisecentrum Journalistiek. Op deze bijeenkomst spraken onder meer  Dr. Paul Koutstaal, senior onderzoeker bij het Planbureau voor de Leefomgevingover duurzame energie en de CO2 uitstoot van elektriciteitsopwekking en Prof. dr. ir. Jan Rotmans, hoogleraar Transitiekunde aan de Erasmus Universiteit, over de energietransitie in Nederland.

Het beeld dat door deze wetenschappers werd geschetst is onthutsend. De energietransitie die voor de deur staat wordt qua omvang vergeleken met de wederopbouw. De energietransitie betekent de overgang van stroom uit fossiele brandstoffen zoals gas, kernenergie en steenkolen naar volledig groene energie: zon, wind, biomassa en water. Het doel van de transitie is om een geheel duurzame energievoorziening te hebben in 2050 in Nederland, die dan voor 95% bestaat uit groene energie. Deze afspraken zijn vastgelegd in het Energieakkoord.

Volgens Jan Rotmans betekent een transitie een machtswisseling, het is een fundamentele verandering van structuur, cultuur en werkwijzen op systeemniveau en dat vereist een omslag in denken, handelen en organiseren. Hij vraagt zich af waarom de energietransitie in Nederland zo langzaam gaat en geeft daar een aantal redenen voor: fossiele energie zit in ons DNA, er is gebrek aan politiek leiderschap, er is veel invloed van multinationals op energiebeleid, overregulering en bureaucratie en een falend duurzaam innovatiebeleid. In de afgelopen 25 jaar is Nederland van plek 5 afgegleden naar plek 27 op de ranglijst van landen die het meest gebruik maken van duurzame energie.

Volgens Paul Koutstaal komen de nationale kosten komen in 2030 uit op 1,6 - 2,6 mld euro/jaar
(80%-reductiepad) en 3,5 - 5,5 mld euro/jaar (95%-reductiepad). Hoe gaan we dat betalen? Voor een deel komt dat voor rekening van het bedrijfsleven, maar het overgrote deel zal de burger moeten opbrengen: bijvoorbeeld door de verhoging van de ODE wat staat voor Opslag Duurzame Energie. Het is ingevoerd door de overheid in 2013. Deze opslag is ingevoerd om de investering in duurzame energie te stimuleren. Het is een extra belasting die je moet betalen voor iedereen die energie afneemt. De subsidiepot van de Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE+) wordt hiermee gefinancierd. Onze energierekening zal dus de komende jaren behoorlijk gaan oplopen.

Lokaal worden in Nederland initiatieven genomen om de CO2 uitstoot te verminderen, de regio wil wel maar heeft landelijk beleid nodig. Welke lokale initiatieven zijn er? Wat kunnen zij betekenen? We gaan het de komende jaren in de gaten houden.